bijna stereo maar ik heb geen zin in wissen.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Oostergo
De huidige provincie Friesland werd in vroegere tijd in drie streken ingedeeld: Oostergo, Westergo en Zevenwouden. Later was Oostergo ook één van de kwartieren van Friesland.
Gouw
De Middelzee deelde de provincie in tweeën. Het westelijk deel Westergo, het oostelijk deel Oostergo
en Zevenwouden lag in het zuiden en oosten tegen het huidige Flevoland en Drenthe aan. Oorspronkelijk zou er nog een vierde gouw geweest zijn: Zuidergo.
Het woord -go duidt aan dat het een gouw (=streek) was, de westelijke en oostelijke gouw. De kust van de oostelijke gouw liep langs de plaatsen Goutum, Leeuwarden en Stiens. De kust van de westelijke gouw liep langs de plaatsen Berlikum, Beetgum, Marsum, Boksum en Jellum.
De indeling in gouwen dateert uit de tijd van Karel de Grote. In hoeverre Oostergo als gouw al door Karel zelf is ingesteld is niet bekend. Vaststaat wel dat Oostergo in de elfde eeuw als graafschap bestond. Er zijn munten teruggevonden welke geslagen zijn in Dokkum uit de periode dat Bruno II graaf van Oostergo was. Dat duidt er ook op dat Dokkum oorspronkelijk de hoofdplaats van Oostergo zal zijn geweest.
In 873 lukte het de inwoners van Oostergo de viking Rodulf en zijn mannen te doden.
Toen de Middelzee rond 1200 na Chr. met hulp van rijke kloosters werd bedijkt, slibde de Middelzee binnen honderden jaren dicht.
Kaartje op:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kwartieren_van_Friesland
De kwartieren van Friesland vormden een bestuurlijke indeling (1579-1795) van Friesland.
De voormalige gouwen Oostergo, Westergo en Zevenwouden waren de drie plattelandskwartieren, onderverdeeld in dertig (respectievelijk elf, negen en tien) grietenijen. Het vierde kwartier was een stedenkwartier en bestond uit de Friese elf steden.
Je krijgt dan een grietman voor een grietenij,
en per kwartier ook een bestuurder of bestuurders.
Die regio's kom je wel op grafstenen tegen als iemand bestuurder is geweest.
Geestelijke Opkomsten:
Ik zeg het nu even heel kort en misschien krom:
tegen dat rk verboden werd rond 1580, wilden ze eerst weten hoeveel geld er verdiend werd met land verpachten, en hoeveel land die kloosters/kerken/geestelijkheid eigenlijk hadden.
De Geestelijke Opkomsten is dan een opgaaf van landeigendom en de inkomsten daaruit - (inclusief wie dat huurde of bewoonde). En blijkbaar ook een soort verantwoording waar dat geld bleef of wat er mee gebeurde (in dit geval loon vd priester) Kon ook naar nieuwbouw of groot onderhoud gaan, of meer aankopen, denk ik.
Rond 1618-1620 is het land hun dan afgenomen.
Prebende: http://nl.wikipedia.org/wiki/Prebende
Een prebende is het jaarlijkse inkomen van een geestelijke.
Het Latijnse werkwoord praebeo (Nederlands: aan- of toerijken) werd oorspronkelijk gebruikt om de inkomsten van een kapittel van kanunniken (koorheren) aan te duiden dat voor het levensonderhoud van deze geestelijken bestemd was.
In het kerkrecht komt het woord prebende alleen in deze zin voor, in het dagelijks spraakgebruik is het een aanduiding voor kerkelijke inkomsten, beneficiën genaamd, in ruimere zin.
De prebende moet worden opgebracht door een bisdom, parochie of klooster. Ook de inkomsten van de dames van de Theresia-Orde werden prebenden genoemd. Onder het ancien régime, het absolutistische Europa van vóór de Franse Revolutie, verdeelden de kerkvorsten en de koningen de inkomsten van kloosters en bisdommen onder hun vrienden, familie en relaties. Een geestelijke kon inkomsten trekken uit meerdere bisdommen en kloosters en hoefde zijn ambt niet eens uit te voeren. Deze constructie werd een "Prebende sine cura", Latijn voor "geld zonder(ziels)zorg" genoemd. Het Nederlandse woord sinecure ontleent hieraan zijn bestaan.
De adellijke Charles Maurice de Talleyrand-Périgord was bisschop van Autun, een plaats die hij zelden of nooit bezocht. Hij was zo onervaren in het lezen van de mis dat hij zijn vrienden bij de zeldzame gelegenheid dat hij die wèl celebreerde maande "hem niet aan het lachen te maken".
Terwijl de hofadel de inkomsten genoot, vervielen de kloosters en werden veel bisdommen, zo goed en zo kwaad als dat met te weinig geld ging, bestuurd door straatarme kapelaans en pastoors. Deze misstand was een van de oorzaken van de grote Franse revolutie van 1789.
Olt en nijlant is oud en nieuw land.
Nieuwland is bv ingepolderd, of aangeslibd, of drooggevallen land toen bv. die Middelzee dichtslibde.
groet margreet